Het moment dat ik verdronk in de lagune van je ogen voelde ik
de rillingen langs mijn rug lopen als een instinctieve waarschuwing
dat je mijn ziel zou innemen en mijn hart bewonen in een impuls
dat zich zou nestelen onder mijn huid, net zoals je, je naam graveerde
op mijn rechter hartklep en ik mijn ogen nooit meer van je kon afhouden
in een symfonie van vrijende gedachten die een huwelijk sloten
op ons ziel altaar om samen te versmelten tot een nieuwe liefdes relikwie.
Met een blik kon je de regen naar je hand zetten en de druppels rangschikken
in synchronisatie met de zon om regenbogen rondom je te verzamelen omdat
niemand was zoals jij, de nimf die de kasseien straten durfde te
bewandelen waar niemand onschuldig was in de noodlottigheid van emoties
die dagelijks sneuvelden door te vlug uitgesproken beloftes en woorden.
Jij was er en de dag kon zich opladen aan het ritme van je bewegingen
om mijn hunkerende nachten te verlichten in de ultieme koortsige droom.
Ik kon dansen met je schaduw terwijl je glimlach met gevangen hield met
je prachtige kijkers als bewakers, je stem me doorheen alles kon helpen
in de slagaderlijke agonie van het prentenboek van mijn pijnlijk verleden.
Toen ik begreep dat jouw vergeten nooit een optie zou zijn liet ik mijn
diepste wensen veranderen in in duiven die recht naar je hart toevlogen
om gevangen te worden in je wilde haren die dansten op het ritme van
je sensuele ademhaling omdat leven vanaf geen solodans meer was.
Die ene seconde, het verhaal, de eeuwigheid.