In je tranen voelde ik de huivering van de nacht en zag ik wereldsteden
In brand staan in lang vervlogen tijden, in de zilte smaak die ik proefde
op mijn gescheurde lippen smaakte ik de ontgoocheling van de wereld.
Afscheid nemen was een ziel die in stukken werd gescheurd door de idiotie
der mensheid, een tijdloos litteken dat ons verbond door de bloednerven in
ons lichaam, en de woorden die als klopgeesten bonkten in onze hoofden
als bitterzoete herinneringen die ons nooit meer vrijwillig gingen loslaten.
In je hartslag waar je nu ook bent, hoor ik nog steeds de liefkozingen die we
elkaar toespraken in de schaduwen van de tropische architecturen die ons
een thuis gaven in de illusie dat onze vandaag ook onze morgen zou zijn.
Als een sanguine vampier leef ik nu van de kruimels van de tijd omdat iedere
smacht naar zuurstof nog steeds wordt genomen voor jouw in de steile
hoop dat wanneer ik mijn laatste trein neem, in de nevels van de nacht en
de morgen, ik je zal terugzien op het perron van mijn laatste eindstation.