Mijn hart bonst op het ritme van talloze tranen die er omheen dansen als
kwelduivels die het perkament van gebroken afscheid herschrijven in bloed.
De gedachte aan je vingers die door je haar gingen als fluwelen stormen
die continenten konden verplaatsen in mijn universum, laat me niet los.
Duizenden hartpalpitaties kan ik horen als een drum in de jungle van mijn denken,
zonder jou hoor ik zielen verpulveren tot in het diepst van mijn botten, mijn
gedachten zijn nu eenzame rijstkorrels die in het gerecht van mijn leven lotusbloemen
vormen in het diepste van mijn weefsels die als een spinnenweb angstvallig
iedere herinnering koortsachtig proberen gevangen te houden tegen de tijd.
Iedere afscheidskus is een donatie die men teruggeeft aan de universele kosmos
omdat gevoelens triomferen over tijd en plaats, voel ik nu nog je ademhaling
op mijn wang, als een tedere bloesem die afknapt van de Japanse kerselaar en
in een sierlijk ballet uitdijt in de oneindigheid van een gescheiden liefde.
De magma die ontspringt in de irissen van je gouden amandel ogen lijkt me
nu nog te omhelzen als een troostende mantel omdat tijd een illustere illusie is.
Afscheid nemen is een stukje sterven.
Ontroerend mooi geschreven. De slotzin is zeker waar.
Dank Ingrid!