Omdat liefde blind is heb ik met elke kus mijn naam in Braillestippen gezet
op de buitenste nevels van je ziel, terwijl ik ademloos en geduldig het
knipperen van je ogen bekeek die bij elke beweging een bladzijde uit het
boek van je leven prijsgaven in tergende snelheid als een parfum dat
als napalm mijn zintuigen een voor een inpalmde in een oranje roes.
In de sublimatie van je donkere ogen zwom ik onbeschaamd in de lagune
van wellust en innerlijke rust, de verbondenheid met de grote zee der
geliefden en jij was de Lorelei loods die me navigeerde in de warmte
van je lichaam en de geborgenheid van je gedachten, de nachten waren
voor het eerst niet meer koud onder de poolster en de dagen waren
terug zoals in mijn eerste levensjaren, een regenererend avontuur.
Omdat ik de woorden niet kon vinden die je recht aandoen, nam ik
je waar en probeerde ik je gratie te graveren op mijn netvlies, omdat
in het onwezenlijke van je schoonheid ik de droom meende te herkennen
waarmee ik werd geboren, de zoektocht der enkelingen op de trein
van de hoop op zoek naar het station van de zoetste voldoening.
De woorden ‘houden van’ zijn ontoereikend voor jou, ik leg mijn
ziel in je wimpers waaruit mijn ziel springt in je hart voor altijd.