Je had ogen die oorlogen kon winnen zonder hostiliteit omdat je door
je schrille aanwezigheid de kamer kon doen huiveren in pure extase,
als smaken die wedijveren op ieders smaakpalet, elke veldslag kon
je naar je hand zetten, in een blik die Stradivarius magie had in de
drukte van mensen en hun ego monologen die verstomden door je
stem die het lied van de zeemeerminnen kon imiteren in fluisterstilte.
Anderhalve meter sensualiteit toen je me aankeek en de loper leek te
hebben die al de deuren naar mijn ziel kon ontgrendelen simpelweg
door je aanraking, terwijl je als een sanguine vampier mijn vermoeidheid
van mens zijn opdronk met je ogen, en me liefhad met onuitgesproken
woorden, omdat ontmoetingen geen toeval zijn, zoals de kaars danste
naar de vlam en de tijd leek te bevriezen zodat ik je kon graveren in
mijn hart en je beeld kon bevriezen op het netvlies van mijn ogen.
In de hoogmis van vrouw zijn was je er voor mij, gevallen uit de tijd
om de kracht van mijn sterrenbeeld te ontwaken, in het simpele spel
tussen man en vrouw, het kosmisch recept dat me zou beeldhouwen
in de rimpels van de tijd en de tranen der goden, omdat het noodlot
je naam droeg en ik voor eeuwig je zal koesteren in de oneindigheid
van mijn hart die je naam rondom mijn lichaam blijft fluisteren.