Je naam kruipt onder mijn huid wanneer je de kamer binnenkomt
gekleed met de moordende kleur van de extatische en hijgende nacht.
Als een exotische vlinder die telkens de avond wil beminnen beweeg
je in micromomenten die de schoonheid van je ogen dragen tussen
de archeologische schaduwen van mijn gehavend hart en verloren ziel.
In jasmijnen elegantie doorgronden je ogen mijn vermoeid gezicht,
schorpioendodelijk en aantrekkelijker dan een zwarte orchidee op
de heuvelrug van mijn aspiraties en de doolhof van mijn onderbewustzijn.
Je aanblik is het enigma van mijn dagen die me nooit zal loslaten omdat
de kosmos geen nachtvlinder is die men kan vangen in een kristallen bokaal.
Je wulpse bewegingen is de choreografie van de verborgen smart die
achter die ogen de wereld veroveren met het gemak van de moesson die
meedogenloos harten kan overvallen op het ritme van de striemden regen,
je bamboelenig lichaam is de veerkracht die mijn hart defibrilleert in de
eenzaamheid van de mensenwereld, je ooghoeken verbergen de gespaarde
tranen en het vuur in je hart knettert tegen mijn hersenen omdat de polariteit
in de ontmoeting, de magie is waaruit harten en donkere sprookjes bestaan.