Kan me herinneren hoe er een atomische paddenstoel verscheen
wanneer men keek naar de minieme ruimte tussen onze lippen
toen een van ons heimelijk behoedzaam een kus zou stelen en de
symfonie van de stad opgeslokt werd in een draaikolk van stilte.
Jouw blik boorde zich in mijn ziel en het enige die ik rook was
de sensatie van je parfum en in je bek zag ik je hartkloppingen
die in een sneller ritme versnelden als een wel getraind instinct,
de zachtheid van het moment deed de chaos van de dag verdwijnen
en je lange zwarte haar was eens te meer de landingsbaan voor mijn
ogen, je fluisterwoorden waren de loodsen naar het einde van de dag.
Kan de momenten voor ogen halen wanneer je glimlach de veerboot
was die mijn zorgen vervoerde naar de oevers van mijn ziel en rust.
In je ogen lag er iets van ‘veel te laat’ en een benauwdheid die rillingen
stuurde over het klavier van mijn ruggengraat, virtuoos bespeelde je
mijn toetsen als een Gershwin lied die me meenam in de lyriek van de tijd.
Telkens je stem brak bouwde je mijn zelfvertrouwen langzaam op en in
de gepauzeerde stilte van je irissen las ik je levensverhaal in een adem
uit, in je jasmijnen ogen lagen edelstenen die ik wou bezetten in de kroon
van mijn leven, ik leende je naam in een zucht om te branden in mijn hart.
Kon gisteren maar vandaag en morgen zijn…