Ik weet nog hoe het voelde hoe je de zuurstof uit de kamer zoog door
simpelweg binnen te wandelen als de muze van het noodlot dat plots
naar me knipoogde met smaragden ogen die konden wedijveren met
de gouden zonnestralen die op jet golvend haar vielen in een eerbiedige
landing die je kroonde tot de koningin van mijn chaotisch leven.
Ik weet nog hoe je de systolische druk in mijn slagaders tot een bijna
eruptie bracht en mijn lichaam rilde in totale extase van zintuigen
die ontwaken uit een winterslaap omdat je de sleutel van de tijd in je
stem droeg en het boek van mijn hart schreef in de schoot van je gratie
als een vorstin van de zwetende gedachten die zich nestelden in mijn ogen.
Ik weet nog hoe je huid receptief was voor de blikken die ik liet stukslaan
op je maagdelijke lichaam, de ranke tempel die legers kon vormen telkens
je lippen bewogen in de fragmentatie van de tijd, het moment dat je
de akte opstelde tussen jouw ziel en mijn bloeddoorlopen leven als
de troubadour die alle verhalen die ik nog moest schrijven kende.
Ik weet nog hoe je eten en zuurstof werd voor mijn hart in de fontein
die verscholen zat in je doordringende en gebiedende ogen in de magie
van het moment wanneer het zonlicht breekt om neer te dalen over je
goddelijke lichaam als een mantel die de som is van alle zuchten,
herinneringen zijn vingerafdrukken op mijn ziel, de droom was echt.