In je met tranen behangen ogen las ik mijn testament omdat ik de warmte
van je handen die de zorgen weg strelen van mijn voorhoofd wil nalaten,
en de zachtheid van je stem die een onzichtbare deken is die me ’s nachts
kan warmen tegen de kilte van de straatmensen die vergeten te leven.
Op het geluid van je stiletto’s hoorde ik mijn eigen hartslag zich verenigen
met de elegantie in de bewegingen van je ranke afgetrainde lichaam.
In de gesticulatie van je mond lag de ondeugendheid die je telkens
meenam in bezwete nachten die we samen verkenden tot de maan
zich terugtrok om terug zuurstof te geven aan de pijlen van de zon.
Nog steeds heb ik het gevoel te wachten op de fluistergolven van je
ademhaling die de furie en de zachtheid van je wezen ritme gaf als
exotische dans die integreerde in de achtergronden van de stranden.
In je woorden vernam ik telkens weer de troonsbestijging van je dromen
net alsof je terug een kind was die vol bewondering proefde van de dagen
en in de sensualiteit van je lichaam kon ik mijn hart en geest verliezen
omdat je steeds weer het anker was en de trouwe gids die me kon laten
aanspoelen op de letteroevers die mijn hart als een cocon beschermden.
Herinneringen zijn de ’te goed kussen’ ontvangen die je nog moest krijgen.