Je bent de prinses van de stad waar
Men twee talen spreekt.
Ik de tartende, eeuwig aarzelende zwerver,
steeds ergens op bezoek in nachtelijke
burchten van hoop en verwachtingen.
Je naam heeft zichzelf bevroren op mijn lippen
en zenuw klampend stel ik die vragen die
hollen als witte schimmels
over de lege steppe van mijn dagen.