In de verrassing van de nacht zag ik je blik je liefde transporteren
naar mij toe, onzichtbaar en geruisloos als de zwaluwen die gedragen
worden door de zwoeltes van de mistral wind, hoe kon ik weten
dat je ogen mij zouden liefhebben in de anonimiteit van de stilte.
De intensiteit van je blik was er een die kometen kon aansturen
en de ijslaag die al jaren rond mijn hart hing kon laten smelten
als verfijnde Italiaanse gelato die de smaakpapillen van mijn ziel
moeiteloos kon bekoren, net als je parfum die zich zacht meer en
meer begon thuis te voelen op mijn huid en mijn verbaasde ziel.
Hoe kon ik weten dat ik ooit die blik zou missen als zuurstof naar
mijn halfdronken bloedbaan, ik zou er alles aan doen om je wimpers
te zien gesticuleren en je ogen te horen fluisteren op een onhoorbare
toonhoogte, in die blik was ik al verloren vanaf de eerste seconde,
wat hield ik van jou in dit prachtige gevoel dat zowel bedwelmend als
schrikwekkend was, je sprekende ogen waren het moment dat de
wolf in mij besliste om samen het woud eigen te maken in de simpelheid
der dingen, het alles verklarend gevoel en de daaruit voortvloeiende rust.
Neen ik had toen niet kunnen weten dat ik nu zou moorden om nog een
enkele seconde je blik terug te vangen als een verwoede vlindervanger die
tegen beter weten in, de gejaagdheid in zijn hart vertaalt in een verlangen
welke al lang is verdwenen, toen jij de wereld verliet was mijn verhaal
ook ten einde, nu teer ik op de herinneringen van dit moment en wat eruit
voortvloeide, een aandenken aan een bliksemmoment die mijn leven
zou bepalen, ondanks de fontein van memories, heb ik geen spijt dat
ik je blik heb gevangen en ontvangen, ik heb tenminste liefde gehad.
Ik zit nog in je blik, je blik zit nog in mij.