In het hijgen van de raafzwarte nacht zag ik hoe je hongerige ogen
de zuurstof uit de straatlantaren plukten in de gewonde grootstad.
Schaduwen leken behoedzaam te wachten op de bevelen van je stem,
het bewegen van je lippen, was voor mij de baken naar de brug
der zuchten die de tijden overspande in een moment van gênante
perfectie die alleen maar eens in een levenscyclus het licht ziet.
Het was onmogelijk te zien waar je zwarte cape begon of eindigde in
de omhelzing van je donkere haar, het enige bevel die ik je ooit
zou negeren die nacht, was het bevel om je ooit te vergeten.
Je celestijns gezicht was het mysterie van dagen, die met me zou
versmelten als een tatoeage van de verboden geneugten, ultieme
straf in het kosmische moment van onze verboden liefde.
Mijn dame in het zwart, in de Renaissance van je daden zal ik
je liefhebben in alle dode talen op alle momenten, omdat geheimen
een prijs hebben, en verloren zielen steeds naar elkaar op zoek zijn
in het enigma van de vergeten tijden, ik spreek nog steeds je naam uit
wanneer de zon aan de regeneratie begint van de verloren zuchten en
ook wanneer je parfum op het hoofdkussen danst van mijn ziel., voor altijd.