Wilde ganzen vliegen tartend in de schemer
van de overleden dag.
De hemel, gitzwart, vragend aan de aarde,
sirenenlied waar nooit een antwoord op komt.
Met de idiotie der massa is leven een
nooit helende wonde, het bastion
van mijn brein, edele burcht der ziel wordt
nog steeds belaagd door de ridders der grauwheid.
Vermoeidheid is de influenza van mijn zijn, het eiland
van de psychische rust is mijn tocht naar de graal.