Met een zuchtende traan geef ik je terug
aan de koesteringen van een mooi verhaal.
Over de nevelgrens heen, voel ik je aanwezigheid
priemend in mijn leven, als een nectarbalsem.
Pijn is nog levendig in mijn stem en mijn poriën,
ik zweet nog steeds je naam op de maat van de
zonsopgang die mijn dagen kleurt met een
palet van herinneringen en zoete dromen.
In de winter voel ik je onzichtbare handpalm
die de zorgen van morgen probeert weg te
masseren in een gebaar geboren in de
eeuwigheid der verloren dagen.
Ver weg over de nevelgrens, kan ik je niet
meer troosten, maar je bent aanwezig in het
hijgen van mijn ziel en de diepte van mijn leven,
eens zullen we terug versmelten in het vervolg
van onze laatste afscheidskus, de nevel is maar
een tijdelijke onzichtbare grens, een mantel
die ons ooit samen zal omhelzen in ons verhaal.