In de sarcofaag van mijn hart welke de naam gisteren draagt, herinner ik
bij het zien van een rokende kaars, behoedzaam satijnen woorden
dewelke je me meegaf verpakt in een glimlach mooier dan de Taj Mahal.
De glasramen van je gitzwarte ogen dragen de pijn van gisteren en de belofte
van vandaag, hunkering naar een kus dat de zegelring draagt van ongebroken
ijskristallen beloftes geschreven op de innerlijke zucht van de Himalaya.
Geen moment gaat voorbij dat mijn gedachten als zwaluwen zweven naar de
satijnen aanraking van je haren die de mysteries van Punjab dragen.
In het lot van de ontmoeting ligt nog steeds de betovering van Rati, omdat
seconden de eeuwigheid in zich kunnen dragen door de sterkte van een moment.
Een continent verder snuif ik nog enkele seconde van de dag je parfum van kaneel
en de sensuele geur van waterlelies die hun wedergeboorte tegemoet gaan
op het ritme van de Ganges, vloeiende bewegingen van spijt en onmacht.
Onder de regen van Ranchi, naast de heilige olifanten, werd je tot het einde der
dagen mijn Maharani, je heiligdom is een ivoren tempel in mijn hart,
vandaag verlaten, maar bewoont door jouw gezicht op mijn netvlies.
Littekens zijn er om mensen lessen mee te geven, de tatoeage op mijn hart is
het bewijs dat sommige dingen sterker zijn dan afstand, tijd, en verdriet.
De tranen van de Ganges troosten mij in de onmisbare kennis van wat er eens was
en van wat er onzichtbaar leeft op de barrières van ons beider levensverhaal.
Main tumse pyar karta hoon.