Op het klaaglied van de tropische regen beval de hemel die dag
de jungle te stoppen met ademen en plaats te maken voor een stilte
die de exotische hitte terugdrong tot een rilling op de ruggengraten van
mensen die met doffe ogen keken naar de horizon op zoek naar een teken.
In de allemachtigheid van de stilte loert de eenzaamheid en het gemis om de
hoek als een schaduw die nu onafhankelijk danst op het ritme van de dagen.
Hoe kan men verklaren dat er met het heengaan van iemand een litteken
groeit op een hart, hoe kan men uitleggen dat een deel van zichzelf is
vertrokken naar daar waar de sterren zich thuis voelen in het geheim
van de tijd, mensen zijn zandlopers, verdriet is de boete voor de zonde
van het mens zijn, de prijs voor de emotie der zielen en eenzame harten.
De mensen in de stad van duizend tempels zijn verweesd met het striemen
van de door de zon gekruide wind die hun gezicht streelt als een laatste
gebaar van afscheid van een man die op de troon van het leven zat,
Zijn scepter ligt op de grond en wordt bewaakt door de witte olifanten
omdat sommige personen de menselijkheid overstijgen tot in de dood.
Een nieuwe naam vormt een constellatie in het universum van het ultieme
mysterie, ook sprookjes ruilen hun houdbaarheidsdatum in voor de kiem
die blijft leven in de harten van de mensen en de ziel van een natie.
De regen raakt alle gezichten aan van de mensen als een afscheidskus die
met het uiteenspatten het einde aangeeft maar ook een aarzelend begin.
Wanneer men heel goed kijkt kan men tussen de regen, ze duidelijk zien,
de tranen van Sirikit.