Gevangen in een traan zie ik je beeltenis telkens weer landen op mijn wangen,
het zout graaft zich meedogenloos in de wonden die niet cicatrizeerden ondanks
het stof van de tijd en de poging om via vrijwillige amnesie te ontsnappen aan
de realiteit der dagen, mensen vinden vaak hun grootste angst en hun ultieme
hoop in het spiegelbeeld die ze vinden in elke kamer, het grootste geheim ligt
op een acrobatenkoord tussen liefde en haat, gruwel en dankbaarheid.
Gevangen in een traan verdrinken al mijn jeugdillusies, als kansloze drenkelingen
in een oceaan van mensen, en geen atol in zicht in de verzuchting der wanhoop.
In een spiegelbeeld zie ik mijn jongere zelf met afgrijzen kijken naar mijn witte
haar, mijn vroegere zelf is nu slechts een schaduw, verloren gelopen in de
zandloper van de tijd, waar je nooit op je stappen kan terugkomen, want tijd
is drijfzand en de belofte van morgen is de ultieme zelfhypnose, enkel vandaag regeert
in de gedachten van de mensen, je hartslagen hebben een limiet, je dromen
gelukkig niet, in een traan gevangen, gedoemd door je gekozen eigen verlangen.