Gitzwarte ogen dwalen over de nacht als de raaf op zoek
naar de beloofde leermeester uit vervlogen tijden.
Het lenig gestroomlijnd lichaam is de rietstengel die
niet kan breken onder de onverschilligheid der mensen.
Je satijnen haren zijn de ophaalbrug van de verzuchtingen
van de oosterse gewonde Vestaalse amazones.
In je blik ligt een waterval van emoties, de zuchten van een
betere wereld, de teleurstellingen van de aanslepende dagen.
In de hardheid van je gezicht ligt het enigma tot je hart,
de combinatie van de drakenlust en het parfum van
de sublieme ontmoeting der herenigde gekwetste geesten.
Je bent de verhulde tempel, laat me het laatste offer
bezegelen met de kus van het mysterie, het altaar van de morgen.