Elke nacht praat je nog met mijn huid in onzichtbare tekeningen
die mijn zinnen vervoeren naar lang vervlogen tijden, omdat je
nog steeds de dochter bent uit het rijk van de Nephilim en je woorden
de pentagramlijnen van mijn leven in goede banen leiden tussen
droom en werkelijkheid omdat een kroon wordt gedragen door
fantasie en tranen bestaan omdat harten geen stembanden hebben.
In Celestijnse schaduwwoorden hoor ik je naam die zachtjes neerstrijkt
als een monarchvlinder op de oeverbanken van mijn geweten en ziel.
Elke nacht voel ik nog de druk van je lippen die de dag bestempelen
net zoals de bliksems die ontstonden telkens onze blikken elkaar
als degen kruisten en we zinnen van elkaar konden afmaken in royale
stilte die de voorbode was van een passionele nachtelijke orkaan.
Elke nacht is er de dankbaarheid voor het beven van onze zielen in de
harmonie van onze zuchten en het schrijven van onze namen in het
wensboek der engelen in de schaduw van de eeuwige ademende stad.
Elke nacht draag ik je naam als mijn bescherming tegen de duisternis
die onzichtbaar dreigt in de schemeringen van de menselijke dwaasheid
tegen de vazallen van de wisbare vergetelheid en gestolen momenten.
Elke nacht begint ons verhaal opnieuw, heil en vaarwel voor altijd.
Mooi vers Thalmaray !
Toppie.
Dank je Ben!