Terwijl de duivel aan mijn deur klopt, bewegen mijn tranen zich behoedzaam
naar de vloer, in een ander universum slaap jij op het hoofdkussen van de
tijd, tussen de satijnen kreuken liggen de kussen die we royaal verdeelden
tussen onze ochtenden en avonden, en op je geheugen nachttafel staat
misschien wel mijn foto die met de jaren vervaagt in helder Celestijns licht.
Had nooit durven denken dat er geen nacht is waar je nu verblijft, terwijl
ik misschien wel ooit zal verhuizen naar de plaats waar er enkel nacht is.
Terwijl de avond zich vult met een luidruchtige zwerm van niet ontziende
raven, probeer ik je stem voor mijn geest te halen, jij kon als geen
ander met een woord mijn dag kleuren en de schaduwen het zwijgen
opleggen omdat je ogen puur licht serveerden en ik letterlijk van je lippen
kon eten en wegzakken in een roes verdrinken waar ik geen redding wou.
We eindigden de nacht meestal met een gewone zin zoals ‘ik hou van jou’,
wisten we veel hoe diep deze woorden zich konden verankeren in onze zielen.
Terwijl duizenden zandlopers racen naar een nog niet uitgetekend moment
adem ik onrustig in de kennis dat woorden zoals de vleugels van vlinders
zijn, de hemel kleuren vangend maar breekbaar als het ijs dat moet wijken
voor de zon, in deze ellendige dagen waarin verveling op de troon zit,
weet ik niet wat ik moet geloven, net als het fascinerend heelal is
het oorverdovend stil, er is geen geluid, alleen een doodse onhoorbare
hartslag, ik kan alleen maar wachten als een oude tenor op een ‘encore’
die ik hoop te hebben samen met jou, omdat een optelling mooier is
dan een gedwongen deling, niets is erger dan smachtende onvolledigheid.
Ik hou van je tot aan de sterren en terug…
Schitterend weer verwoord Thalmaray !
Er zit zoveel in verborgen, !
Niets is inderdaad erger dan een smachtende onvolledigheid !
🥰👏🏼