Hana

Hana

Terwijl de duivel aan mijn deur klopt, bewegen mijn tranen zich behoedzaam

naar de vloer, in een ander universum slaap jij op het hoofdkussen van de

tijd, tussen de satijnen kreuken liggen de kussen die we royaal verdeelden

tussen onze ochtenden en avonden, en op je geheugen nachttafel staat

misschien wel mijn foto die met de jaren vervaagt in helder Celestijns licht.

Had nooit durven denken dat er geen nacht is waar je nu verblijft, terwijl

ik misschien wel ooit zal verhuizen naar de plaats waar er enkel nacht is.

 

Terwijl de avond zich vult met een luidruchtige zwerm van niet ontziende

raven, probeer ik je stem voor mijn geest te halen, jij kon als geen

ander met een woord mijn dag kleuren en de schaduwen het zwijgen

opleggen omdat je ogen puur licht serveerden en ik letterlijk van je lippen

kon eten en wegzakken in een roes verdrinken waar ik geen redding wou.

We eindigden de nacht meestal met een gewone zin zoals ‘ik hou van jou’,

wisten we veel hoe diep deze woorden zich konden verankeren in onze zielen.

 

Terwijl duizenden zandlopers racen naar een nog niet uitgetekend moment

adem ik onrustig in de kennis dat woorden zoals de vleugels van vlinders

zijn, de hemel kleuren vangend maar breekbaar als het ijs dat moet wijken

voor de zon, in deze ellendige dagen waarin verveling op de troon zit,

weet ik niet wat ik moet geloven, net als het fascinerend heelal is

het oorverdovend stil, er is geen geluid, alleen een doodse onhoorbare

hartslag, ik kan alleen maar wachten als een oude tenor op een ‘encore’

die ik hoop te hebben samen met jou, omdat een optelling mooier is

dan een gedwongen deling, niets is erger dan smachtende onvolledigheid.

Ik hou van je tot aan de sterren en terug…

 

1 comment

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *