Je vingers waren de dansers die sensueel bewogen als
het riet dat de verleiding van de zwoele wind niet kon weerstaan.
De elegantie van je handen met bewegingen die de sereniteit
van je persoon accentueerden als een handtekening op een canvas
van porselein, fragiel maar onmetelijk in de weergave van je portret.
De kleine gebaren waren eerst onopvallend maar bleken later
onmisbaar in de beschrijving van je lichaam dat me vervoerde
naar tijden waar het begin en het einde van een mysterie onduidelijk was.
Je handen waren verlengstukken van je stem die leek te wedijveren met
het lied van de nachtegalen die meesters waren in het vangen van
geheime momenten met een taal die enkel wij konden begrijpen
in de magie van het ogenblik, het smachten van zielen naar een recept
dat sterker was dan afkomst en tergende zand lopende tijd die ons
wou delen omdat mensen niet dulden dat perfectie onslijtbaar is.
In de gesticulatie van je lichaam lag de sleutel tot ons geheim, de
sleutel waarom ik nu nog adem voor jou en jij mijn kus smaakt op de
geboorte van iedere morgen in de herinnering die ons blijft warmhouden
als een eeuwige kaars voor wie het woord einde onbestaande is.
Kon ik nog maar eenmaal je vingers voelen die forenzen waren op
mijn gezicht en op de zorgen van morgen, konden je handen me nog maar
eenmaal strelen, om het gemis te verdoven in een anesthesie van liefde.