Honey

Honey

In de honingraat van mijn geheugen zie ik hokjes met hemelse portretten en

weerklinkt er telkens een naam als een fluisterwind in mijn onderbewustzijn.

Als een onbevreesde imker oogst ik de zoetheid van de herinneringen met

een lach en een traan, in de bijenkorf die rondom mijn hart is geweven met

gebroken tijdstippen, verlaten plaatsen en  verbogen stuifmeel.

 

In het midden van de honingramen zie ik nog kristalhelder je gezicht, de

lange zwarte haren die steeds elke beweging kon accentueren in een ritme

welke mijn hartslag deed mee dansen met de elegantie van je lichaam.

De zwarte ogen die me konden doorgronden door je sensualiteit die keer

op keer mijn wilde verbeelding kon bestuiven met gouden gevoelens,

zelfs nu nog voel ik mijn huid huiveren van genot en extase als ik je naam

uitspreek en terugdenk aan al die dagen nachten waarin we de nectar

van de liefde tot ons namen in een genietend en helend elixir.

 

Vandaag hunker ik nog steeds naar je aanwezigheid als de Koningin die

me zuurstof gaf aan mijn bestaan, vorstin van verlangens en begeerte,

omdat er in mijn bijenschans slechts een de uitverkorene kan zijn.

Na al die zomers kleef je nog op mijn hart en smaak ik nog altijd de

honingkussen die me ooit vertelden dat ik ooit zou sterven als een

dar, aan de voeten van je troon, jij blijft mijn koningin al wandel

ik naast andere gezichten en namen, omdat de angel van de liefde

verankerd zit in iedere porie van de huid van mijn ziel.

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *