Je magnetiserende blik schroeide de wonden dicht op mijn ziel
met malaria hitte die het angstzweet verdampte in mijn ogen.
Het feit dat je er was, was de onwerkelijkheid die vorm kreeg
via de handen van Boticelli en de turbulentie van een jonge Dali.
Je staarde me aan als een pasgeborene die de magie van de
kosmos voor het eerst degusteert in complete verstomming.
Je tong dwaalde zenuwachtig over je rozenblad lippen en
de glans van je tanden duelleerde met het licht in je ogen.
De woorden die zorgzaam ontsnapten over je lippen naar
de kamer toe sloegen zich ter pletter op mijn ziel waar
ze smolten op een bed van hoop en honing smachten naar
een tijd waar de zandloper bevroor door je aanwezigheid.
Ik begeerde de wens om tijdmeester te worden en dit
moment mee te nemen op mijn gedachten die galoppeerden
in de weide van mijn door het lot getarte levensatlas.
Terwijl spontaan in de achtergrond een symfonie werd
geboren versmolten onze blikken tot een magisch Bengaals
vuur welke immer zuurstof genoeg zou inhaleren om de vlam
van ons zielsverhaal levendig te houden, we spraken zonder
stem in gedachten en onze handen streelden onzichtbaar
onze lichamen in een eeuwig herhalend ritme zoals de zee die
ontembaar elke morgen het strand kust en de maan afscheid
blijft nemen om de zon te zien openbloeien als de mooiste roos.
Ik zal eeuwig je geur over me dragen als de cape van de ouderdom.