De geur van amandelmelk overviel me als een dief in de nacht,
het aroma van je lichaam die zich eens nestelde tegen mijn borstkast
omdat je hield van het geluid van mijn hart als een waterval van
zen zacht tot een timbre van opperste genot en voldoening.
Mijn stem die dichtschroeide was het signaal dat je in de buurt was,
mijn hartkloppingen hadden weer een eigen vrijgevochten leven.
De slagader in mijn nek was koortsachtig naar je op zoek, in een
sonarpoging om een blik van het verleden te vangen in de sleutelhanger
van mijn ziel, die kleine dingen die het verschil maken in een mens.
Heel eventjes dacht ik je parfum te ruiken, de sublieme blend die
als pas gebrande koffie mensen tot rust kan brengen in een zaligheid
welke zich meester maakt van capitulerende zintuigen die een voor
een zich onderwierpen aan je magnetische aanwezigheid in de stilte
voor de storm, het moment waarop het woud zweeg in uiterste eerbied.
Aan de andere zijde van de kamer kwam je eindelijk in het vizier van
mijn verleden, heden en toekomst, de twijfel was te smaken in de
zweetdruppels die twijfelden om je aandacht te trekken, de aanblik
van jou was de zalving van verwachting en heel eventjes leken de
puzzelstukken op zijn plaats te vallen, in de twijfel leeft de hoop.
A.I. – Afbeelding – Thalmaray