De zomer sterft vertraagd weg
en de zee huilt stokkend omdat je
vandaag niet aanwezig was
in de duinen van de nakende herfst.
Moe, maar niet leeg, verkennen
mijn ogen de slapende morgen.
Hoewel je er niet bent, kan ik je zien
in mineralen helderheid.
Ik beeld me je hypnotische lach in,
en plots is het net weer fluwelen zomer,
boeket van warmte en genegenheid.
Kind van de zomer,
ik hoop je nog te kennen
in de winter van mijn leven.