Het is zalig te vergeten dat de zandlopers en horlogewieken geniepig
verder kruipen, onzichtbaar bijna onhoorbaar, maar telkens mijn gedachten
spijbelen naar jou, is de grauwheid van elke dag heel eventjes door een
gom vermoord omdat ik hongerig andere tijden wil proeven in de prelude
van de nacht, de dromer in mij hebben ze niet klein gekregen ook al moet
ik je nu noodgedwongen missen als een tweepotige ziel zonder schaduw.
Dromer verspillen hun leven in een poging om hun wereld beter te maken,
maar net zoals iedereen moet ze lijdzaam toezien hoe de zon elke avond
ten dode is opgeschreven, het is zalig je te herinneren en te verloochenen
dat vandaag niet in de verste momenten niet lijkt op de hoop van gisteren.
Het is zalig om te herinneren hoe je bewoog wanneer ik een oldtimer lied
die me terug zuigt in de draaikolk toen van elkaar houden voldoende was.
Telkens ik mijn ogen sluit, fluister ik je naam en hoor ik de echo die weerkaatst
op mijn ziel, omdat er nu die leegte is in mijn hart die geen invulling meer
toelaat omdat in het rijk van de ascentie je onbereikbaar bent, als het
sterrenstof welke vastgehouden wordt door tranen op uitdagende
kometen die ons even groeten, als een loze belofte op een morgen waar
we hen terugzien die we het meeste missen, het is onnodig om te
proberen te vergeten, want men kan zijn hart en ziel niet onterven.
In mijn testament, staat slechts één woord: je naam.