De wolvenroedel zong zijn lied op de achtergrond van de nacht
toen ik je voor het eerst zag in je hermelijnen mantel die nauwelijks
je goddelijke contouren kon verhullen en je blonde haren zich een
weg baanden tegen de richtingen van de niets ontziende wind die
je haardos bespeelde als een Celestijnse harp en het zonlicht beval
om je te verwarmen in een lucht die terug te vinden was in de gloed
van je ogen die op mee neerkeken als fluwelen kussen die me omhelsden
in de honing van de vrede en de berusting van het eeuwenoude woud.
Het geluid van de waterval was in de verte hoorbaar als een milde roddel
die je bewegingen orkestreerde als een sensuele dans en je liet voort
bewegen als een visuele zwaluw die sierlijk en zelfzeker mij tegemoet
kwam in de onschuld van de ontmoeting en het geheime recept van
een verhaal die ontsnappend snel vorm nam in de connectie van onze
zielen die leken thuis te komen van eeuwenoude reizen uitgeput
en opgelucht plaatsnamen aan de eikenoude tafel der eeuwigheid.
Als twee wolven, reisden onze wensen naar de magie van de maan,
je was en blijft het mooiste verhaal. Het was een nacht waar de
maan huilde en de wolven respectvol zich in stilte hulden.
Foto: Pixabay – rechtenvrij.