Die morgen slaat het besef je brutaal rond de oren. Met één oog kijk je naar de verschijning die op het andere hoofdkussen nog ligt te slapen. Met de eerste zonnestralen die zonder schaamte proberen je gordijnen te penetreren, besef je het terug, het wordt weer een dag zoals een eindeloze aflevering van een serie die je kotsbeu bent om te bekijken omdat je ondertussen het scenario uit het hoofd kent. In de illusie van de vrijheid, sta je dan maar op, met dikke tegenzin.
Uit het bed strompelend, kijk je naar het hoofdkussen naast je. Indien je ogen konden zuchten zouden ze het zeker elke morgen weer opnieuw doen. Je verstand weet dat de verkeerde persoon naast je ligt, en de routine van de dag zal weer bepalen dat alles bij het oude blijft, ondanks de pijn, ondanks het gemis van iets wat niet valt te omschrijven zonder een eerste kop koffie die je zal opdrinken met dikke tegenzin.
Je tweede ontwakende oog kijkt naar de kamers van de kinderen, en dan weet je het weer. Het trage besef dat dit nu eenmaal je lot is besluipt je weer als een trage mug die nazindert in een orgasme van warm bloed. Je staat uiteindelijk op met dikke tegenzin.
De dagen gaan voorbij en iedere dag wandelt verder weg uit je leven, net zoals je bladzijden omdraait bij het lezen van je levensboek. Iedere morgen kijk je weer naar het andere hoofdkussen, iedere dag weet je dat keuzes maken een prijs heeft. Je intellect vertelt het je keer op keer en je bent gedwongen te luisteren naar de innerlijke stem die blijft hunkeren naar dromen die nooit zijn uitgekomen, verhalen die te abrupt werden beëindigd en verwijten die je enkel maar aan jezelf kan richten. Telkens sta je op met dikke tegenzin.
De tijd tikt voorbij als een zandloper die uitdagend in kleine details de waarheid naar je hoofd blijft slingeren. De energie om het roer om te draaien blijft om een mysterieuze reden uit, en je denkt je leven te leiden, zonder het besef dat je vergeet te leven. In de vervreemding van de relatie en je bestaan blijven alleen nog verloren herinneringen en mijmeringen over, als schamele troost. Op een dag is het eindelijk aangebroken, je gaat slapen, mijmert koetjes en kalfjes, tegen de hoofdkussen naast je. De nacht valt als een onvermijdelijk doek en de volgende morgen kom je nooit meer wakker. Je staat nooit meer op…met dikke tegenzin.