Je slaagde er moeiteloos in om de mystiek van het Verre Oosten in je ogen
op te slaan, terwijl een geparfumeerd lachje met een vleugje ondeugendheid
zijn weg kon vinden naar het rijk van mijn zintuigen, je verschijning alleen
kon de de cellen rondom mijn hart doen splitsen in pure onversneden energie.
Nu nog voel ik je bestaan al is je ziel nu aan het rusten in de staart van een
komeet ergens ver weg, waar woorden niet bestaan, alleen maar gedachten
die mysterieus hun weg vinden naar de databanken van mijn herinneringen.
Je kon je woorden doen dansen op de acrobatenkoord die gespannen was telkens
je mijn dag binnenwandelde, vrij als een zwaluw en ’s nachts veranderde je in een
nachtegaal die de rusteloze draaikolk in mijn geest in slaap kon wiegen met
woorden die doel troffen telkens weer en je een rook tekening kon maken van
rust in mijn geest en lichaam, in het vuur van de zwarte kaars die ik elke
avond liet genieten van de zuurstof in de kamer, zoals ik mij kon optrekken
aan je persoon, onvoorwaardelijk blijf jij bij mij in welke vorm dan ook.
Je was de wierrook die de heimwee in de winter kon laten verdampen en
de sluis die ook nu nog tranen kan tegenhouden in de ooghoeken van mijn
leven, ik hoop waar je ook bent je nu veilig bent en ons verhaal niet is
uitgelezen, in mijn geest schrijf ik nog elke avond bladzijden in ons dagboek,
omdat tijd geen vat meer heeft op mijn helder denken, hoe kan je zelfs nu
nog aanwezig wonen in mijn hart, en dansen op mijn gefileerde ziel.
Tijd kon niet helen, de mens in mij kon gelukkig niet simpelweg vergeten.
Onderweg…