Serena

Serena

Aan de waterlijn hoest de zee schuimende golven op die met doen

hunkeren naar de fluisterwoorden die je in mijn oor kon planten

net voor het slapengaan, de auditieve kussen die mijn ziel geboden

om eindelijk te rusten na een leven van zoeken en vallen op het

hoofdkussen van het noodlot en in de schaduw van de zilveren maan.

 

Het water gromt zacht zoals alleen maar een oceaan kan reageren op

een abrupt gestopt verhaal, bij de vuurtoren begin ik het te bevatten

dat sinds je heenging ik een golfbreker heb gebouwd rondom mijn hart.

Het kolkende water protesteert respectvol en laat herinneringen

aan mijn voeten, heel eventjes lijken de zonnestralen de golven te

breken als een scalpel die de golven dissecteert omdat je in mijn verbeelding

zou kunnen verschijnen enkel gehuld in het schuim van de golven, en

ik je zou kunnen omhelzen zodat je mij terug heel zou kunnen maken in

de belofte van de morgen, heel eventjes voel ik de rillingen die ik

leerde kennen bij de eerste aanraking van je naakte huid en de kussen die

me steeds weer konden opvissen, omdat ik steeds een schipbreukeling

was zonder jou, mijn eiland en de boei die mijn geest kon boeien tot in de

oneindigheid van mijn doorweekte en radeloze eenzame sloepenziel.

 

Op het strand van de illusie, hoor ik je weer ademen in de schermzone

tussen droom en genot, angst en eenzaamheid, het zand kleeft wanhopig

aan mijn voeten als verborgen boodschappen die niet willen verdwijnen

in de droogte van de straatstenen die ik straks zal bewandelen.

Eventjes sluit ik mijn ogen, en voor een milliseconde ben je de meermin

die zwemt in de poel van gedachten en in mijn stille cardiale oceaan.

Omdat ik weet dat je nu ergens woont tussen de kosmos en de dieptes

van de oceaan sta ik aan de stoep van gisteren en morgen, ooit eens weer…

 

 

Foto: Pixabay rechtenvrij.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *