Met de smaak van een avondkus
en de schaduw die fluisterend uit
mijn geleefd gezicht kruipt,
hoor ik de afgebroken stemmen
in de kilte van het zeewater.
Ik kan nog voelen hoe mijn vingers
zonet een handschoen vormde
rond je tere, gepolijste hand
en ik in je ogen de kracht van
het onbedachte geluk zag.
Nu is het nacht en de vraagtekens
tekenen zich netjes uit of het
strand van mijn gedachten.
De smaak van de avondkus
is het palet voor de nooit
geziene ondergedoken woorden,
in de cuisson van ingehaalde dromen.
Jouw invloed op mij, is het chambreren
van mijn hart, de intoxicatie van het
verloren gewaande geluk.