Vioolsnaren sneuvelen in de loopgraven van mijn gedachten omdat
ik vanavond de slaap niet kan vatten en gezichten opgevoerd worden
als een pantomime in de seconden die genadeloos verder tikken om
mijn mortaliteit nog extra in de verf te zetten als zout die langzaam
kruipt in wonden die nooit de kennis kregen om effectief te helen.
In de résumé van mijn leven liggen hoofdstukken met kapotgeschoten
paragrafen en vermoorde zinnen omdat de tijd een meedogenloze tiran is.
De littekens in mijn gezicht voelen extra diep aan deze nacht, de niet
zichtbare, zijn nog rauw en diep, net als de liefde die ik had voor jou.
Een onbezochte kerktoren huilt om zijn verloren bezoekers en in
mijn hoofd passeert de sneltrein naar het verleden, toen je schaduw
mijn zon kon stelen en ik de wereld kon veranderen met een zin,
een woord, een kus en jouw blik me opzadelde met een onmetelijk
gevoel van geluk, een rodeo van vleermuizen en monarch vlinders
die ons bespeelden omdat de wereld onbelangrijk was toen.
Mijn vingerafdrukken liggen nog steeds op je lichaam te wachten
op je warmte, mijn zweet is nog gevangen in je hoofdkussen, en
mijn bloed vloeit nog steeds in de verbondenheid met je hart.
Tijd heelt zegt men, de zoveelste leugen uitgevonden door
mensen die het niet kunnen bevatten, men gaat niet dood
door eenzaamheid, men sterft door de spijt en het gemis.
Ik streel je nog steeds met mijn woorden, net zoals je me kust,
met het opsnuiven van je parfum en je aanwezigheid
in de hartkamers van mijn dagen en nachten. Ik hou van je.