Jij temt de demonen in mij en reduceert ze tot satijnen draken terwijl ik in de
kosmos van mijn verbeelding je naam schrijf met kometenstof tussen de
sterren en de nebula van de pilaren der wijsheid en de bevroren hoop.
Een beweging van je lichaam beveelt de seizoenen te verschuiven naar de
wilkeur van je wil en ik ben de pelgrim die op zoek is naar de heilige graal
die verborgen zit in het wit van je ogen, ondergesneeuwd door de tijd en
aan het smelten telkens je me aankijkt met het groene licht in je ogen dat
de waakvlam is van alle anonieme liefdes die sneuvelden op het veld van
de gebroken harten,die kraken telkens wanneer ik er aan blijf denken.
Jij bent de tatoeage die de engelen zelf schilderden op mijn ziel om hem
niet te laten verloren gaan in een tranendal van vluchtige eeuwigheid.
In je naam zit de formule die het grootste enigma oplost, als voor niemand
buigen de hertogen van de tijd hun hoofd omdat je onweerstaanbaar bent en
de zandlopers jouw dwingend gehoorzamen in de spreuken die het verdriet
van de mensen gevangen houden, dochter van de goden en moeder van de
hoop, neem je mijn hand en vloeit de kennis der eeuwen door mijn zenuwnerven.
Jij ontcijfert voor mij de illusie van het leven, de leugen van de liefde, het
karakter van mensen, in de necromancie van het leven ben jij het nieuwe licht.
Jij leert me liefhebben zoals de valse profeten het bewust weglieten in de oude teksten,
omdat houden van eten en drinken is, en jij de zuurstof bent die me doorstuurt
volg ik je naar de hel en terug omdat de hemel niet te vinden is in de wolken maar
wel in de oceaan en de grond waaruit we allen werden geboren, een duik in je
irissen geven me de kennis dat niets sterker is dan twee zielen die zichzelf opsouperen
om herboren te worden tot een eenheid die de tijd en afstand tart in een hoongelach
die geen enkele mensgemaakte inquisitie kan verbannen, niets is puurder dan de
bloedeed tussen twee zielen die onvoorwaardelijk lief hebben, leven en dood is
een illusie, tijd is een fabel, ik sluit mijn ogen met jouw beeld als mijn passleutel,
onze taal verdwijnt, maar is nog nooit zo levend geweest, voor altijd en langer.