In de triage van de gelukkige momenten van mijn bohemien leven
zie ik je zwemmen geflankeerd door zeven zwarte zwanen die je
lichaam beschermen in een rivier van stilzwijgende melancholie.
Je adem is het ritme waardoor waterkringen je naam vormen in
de caleidoscoop van het prille zonlicht dat langzaam breekt op het water.
In de contouren van je lichaam herken ik het cardiaal ritme van mijn leven,
de herinnering aan jou is nu nog een mentaal afrodisiacum welke mijn
gebroken geest reanimeert in de spoed kamer van mijn gebroken leven.
In de triage van verhalen ben je het woord en de ziel van zuchtende
troubadours die op zoek zijn naar de heilige graal van de onsterfelijke liefde.
Mijn handen beven wanneer ze cognitief verlangen naar de aanraking
van je zijden haren die de celestijn streling was die de littekens van mijn
ziel heelden door de eenvoud van een je hijgende stem die de beloftes
gijzelde die nu nog pogen te ontsnappen in de eenzame kerker van mijn geest.
In de triage van zintuigen zijn het je hartkloppingen die me stimuleren om
te hunkeren naar de dagen waar een glimlach een wereld was, je lippen
hefbomen naar het ultieme genot van waar gedachten versmolten in een
rivier van extase en aanwezigheid genoeg was om dat wat geluk heet te vangen.
Nu is er de kilte die mijn huid passeert als een witte spin in een donkere nacht,
in de obsessie van mijn hunkeren ben je er heel eventjes in het schermlicht
die mijn gedachten vergezellen naar een verlangen dat de vlam in mijn levenskaars
blijft aanwakkeren tot de lont zal overgaan tot witte rook, voor ongeduldig eeuwig.