De witte pauwen uit de grote Oosterse tuinen
vertellen mij in hun stilzwijgen
hoe ze je hebben waargenomen
op een bed van frisse bloemen
afkomstig van de heilige Japanse kerselaars.
Je lichaam bewoog niet,
glad als het spiegelbeeld van
het meer der duizenden aspiraties.
De regerende stilte omhelsde jou
als een sluitende sneeuwwitte toga
die je porseleinen lichaam
balsemde met fluisterwoorden.
Je ogen straalden naar het
ruimteveld tussen de sterren in,
door de magische bewegingskracht
van de draaikolk in mijn leven
kon ik je beeld opvangen.
Bij het ontwaken, zal ik aan je zijde
staan, als eb en vloed,
voor altijd.