Vraag me niet naar de tijd

Vraag me niet naar de tijd

Vraag me nooit meer wat tijd is, nu dat mijn adem gestokt is met woorden van angst en argwaan in de donkerste uren van de nacht. Vraag me nooit meer te lachen in een fontein van onschuld en plezier. Bedenk dat morgen al vader kan zijn van vandaag, en sommigen de zware lasten van de wereld op zich moeten nemen, omdat het laatste woord het zwaarst zal wegen, en de laatste man het verderf zal zijn van de vroegste morgenuren in de nacht, terwijl alles zal vergaan tot het oneindige stof van jouw wezen, van mijn wezen.

Alles heb ik opgebouwd tot een goden tempel ter jouw verering, mens wat kunnen de bedrogen geesten dwalen inde naïviteit van de voorlaatste morgen. Er is slechts de zee met zijn psychosomatisch verlangen naar het vasteland, en mijn adem naar een onbeschrijflijk verlangen van leven, leven niet om te overleven, maar leven om mens te worden in een prachtige oceaan van pijn en geluk: menselijkheid. Niemand meer die ooit mijn hand zal nemen om samen de golfbrekers te verkennen in de vroegste morgenuren van een mooie zomer, wanneer de lente nimfen terugkeren uit IJsland om de met bloed geschreven Nibelungen terug te brengen naar de menselijke bron.

Vergeef mij mijn geestelijke vaders dat ik niet leef zoals ik schrijf. Maar ik ben slechts de resultante van eeuwen falen en eeuwen bedrog tussen de discipelen der goeden. Met het zweet dat in mijn handen vloeit kan ik de wereld laten verdrinken in een oneindig klaaglied van de laatste zorgen en de laatste hoop. Na elk gordijn staat er iemand met een dolk klaar om het laatste dat nog in mij leeft te vernietigen, dwazen, ik ben al lang gestorven, gestorven omdat ik niet kan leven in een absurde wereld waar alles gegoten is in een sprookjessaus, maar de echte naakte waarheid kijkt mij roepend aan, ik weet, ja ik weet, dat het leven nooit meer hetzelfde zal zijn.

Mijn klein meisje onnodig om woorden te laten meedragen door de wind, ik zal nooit kunnen begrijpen, eveneens zal jij mij nooit kunnen begrijpen, omdat ik het kind van de zee ben en jij de nimf van de vroege morgenroes in de mistige wereld die je, je eigen maakt.

Ergens verscholen achter het beton ga je gekleed met je fysische schoonheid en grauwe gezichten en ruwe woorden in je omgeving, terwijl ik mij bibberend op het strand met de nacht kleedt.

Vaarwel heb ik nooit kunnen uitspreken, want het is een woord dat de vernielingskracht der mensen bezit, ik wens je het allerbeste toe op je reis naar ultiem genot, gedenk dat niets belangrijker is dan het eb en vloed van jouw geluk. Liefde is ook de andere levensruimte schenken en vergeven, ik zal steeds bij je zijn, geniepig en onzichtbaar in de zucht van de wind, in het lied van de golven en in de woorden van anderen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *