Wanneer alleen maar een lied overblijft dat altijd terugkomt
met een fluisterstem die ik hoor op straat en op mijn hoofdkussen
dan trekt de nacht zich voor uit in de schaduwen van gebroken
lantarenpalen die de eenzame herinneringen zijn van een tijd
van neonlichten en de muziek waarop je zo sierlijk bewoog,
nu is er slechts in de verte het rumoer van de donkere nacht die
geen zin heeft om te eindigen in de onwetendheid van je gemis.
Wanneer ik de woorden mis die we uitspraken in de hoop dat
ze zich zouden ontmoeten in een verhaal die we samen konden schrijven,
voel ik nog je lach die mijn ogen streelde als een verfrissende adem
die de morgendauw terugduwde in de armen van de nacht waarin
wij een koningspaar waren op de troon van de ochtendnevel die als
een hermelijnen mantel zich uitstrekte in de belofte van de morgen.
Wanneer ik je aanraking mis die ik als een fantoom kon voelen
in elke porie van mijn huid, voel ik terug de warmte die ik proefde
toen de dampen van een Earl Grey zich nestelden op mijn gezicht.
In de absolutie van de herinnering zie ik nu in mijn vermoeide geheugen
en afgemat hart een bondgenootschap om elke dag weer te weten
wat gemis is, en een hostie van de dankbaarheid te laten smelten
in een heerlijke roes van melancholie en het parfum van je ziel.
Wanneer is tijdloos, wanneer is gisteren, vandaag en morgen.
Bijzonder fraai geschreven dubbel gevoel.