De ziel die sluimerde in je edelstenen ogen plaatste een quarantaine rondom
mijn hart omdat ik met iedere stap het ritme van je ademhaling wou volgen
om toch maar geen zucht te verliezen van je schoonheid die me zou blijven
overvallen telkens weer als een geoefende dievegge wanneer je wakker werd
naast me en je gezicht zich aftekende tegen de schaduwen van een extatische morgen.
Met arendsogen keek ik naar je silhouet die de skyline van Seoul deed ontwaken van
jaloezie omdat vrouwelijke perfectie nu een naam had, gedragen op je lippen en
doorgegeven naar mij ziel door je hartstochtelijke kussen die zich vastklampten
aan mij gezicht als zeemeerminnen die voor het eerst proefden van het verboden land.
Je zwoel parfum steeg op vanuit je huid om mijn gedachten te stelen, en ik ademde
voor jou in de degustatie van iedere seconde die ik je kon aanschouwen in je naakte
lichaam degusteerde ik de dieptes van je ziel en ons beider onderbewustzijn was
eindelijk ontwaakt omdat sommige momenten moeten veroverd worden om nooit
meer verloren te kunnen gaan in onze meest kostbare herinneringen.
In onuitgesproken woorden gaven we elkaar de code van onze dromen, ik zie
je glimlach zich nog vormen en de lach in je blik die de jasmijnen streling was
van een lente die veelbelovend was in zijn zoetheid en melodieuze zuchten.
Ik zou nooit immuun kunnen zijn voor de elegantie van je lichaam die zich
kronkelend aan mij voorstelde in de passie van donkere oosterse nachten.
Het vasthouden van onze handen was een minzaam ongeschreven contract
waarin we ons verbonden voor de zandloper tijd die we hadden, voor eeuwig.