Zeg nooit vaarwel zeiden je ogen die glinsterden door de avondmist
die rondom je kleefde als een galakleed die hopeloos je prachtige
vormen probeerde te verbergen in de magie van de nakende nacht.
De woorden blijven steken in je keel, je lippen hield ze gevangen
als grenswachters van de pijn, om geen afscheid te moeten nemen.
Zeg nooit vaarwel zei je lichaam in bewegingen die de muziek interpeleerde
met het mooiste verhaal als een gazelle die nooit genoeg krijgt van het
frisse water van de bron bij de waterval van de duizend verloren zuchten.
Je ogen braken in een blik die alle ramen in de grootstad liet versplinteren
tot een kristalregen van eindeloze pijn en een smeekbede op het altaar
van de liefde die slechts een momentopname was van een levensdoel.
Zeg nooit vaarwel zei mijn hart aan je omdat vergeten geen optie was,
we wisten beiden dat we orgaandonors waren van elkaars hart en ziel
in een moleculaire kus die ons zou verenigen ver over de tijd en de afstand
van mensen die ondeelbaar zijn in het vizier van het koude kosmische lot.
In de souplesse van je geest bezoek ik je nog dagdagelijks wanneer ik mijn
ogen sluit, net zoals je ’s nachts naast me onzichtbaar blijft ademen.