Iedere letter die ik ooit neerschreef kruipt nu onder mijn huid
telkens ik het licht van de volle maan me laat onderdompelen
in de herinneringen van je aanrakingen die me lieten zweven
tussen de kometen en de sterrennevels van mijn vereenzaamd hart.
De verhalen die ik neerpende hebben nu een eigen leven op papier
en de auteur is nu zelf de verweesde bezoeker in een sage waar zijn
personages de onzichtbare gidsen zijn in een land van tintelingen
telkens ik je naam hoor, je foto voor ogen zie, of je kussen blijf
proeven op het buffet van mijn leven, zilt en zoet, zoals jij en ik.
Elke emotie die ik weggaf in mijn schrijfsels zijn nu pagina’s uit mijn
prozaïsch testament, een ode aan de schoonheid die me ten beurt
viel wanneer je in mijn armen viel op desolate stranden onder de
stilzwijgende goedkeuring van de maan, die op ons neerkeek over
de golven die stervend uitrolden voor onze naakte voeten om ons te
zegenen met het schuim van de oceanen, in een teder gebaar van
afscheid omdat elke seconde een eigen leven heeft en een verhaal
is op zich in de bibliotheken van ons leven, ik heb het raden naar
waar je nu bent en of je nog ademt zoals vroeger in complete harmonie.
Onder de sikkelmaan, tuur ik de horizon af naar een teken, ik denk
je te vinden in een oorverdovende stilte, ergens is de tijdzone waar in nu ben.
Amor Verus Nunquam Moritur.
Foto: rechtenvrij/Pixabay.