Met de purperen geur van nooit eindigende lavendelvelden
zie ik je onverwacht weer voor mijn verdampte ogen,
Als ik ze sluit, hoor ik de melodie zacht en krachtig als
de mistral van mijn verleden, me verleiden met de
taal van Molière, klanken die weerklinken tegen de
Alpen van mijn quarantaine herinneringen.
Je gezicht is nog steeds het maagdelijke korenveld
van de desolate, rustgevende Provence.
In je ogen zie ik nog altijd het frivole van de eeuwige
lichtstad, in ja aderen voel ik de frisheid van de Seine
die mijn zorgen vandaag proberen weg te spoelen in
het parfum van het zorgzaam opgeborgen gisteren.
Alizee, en je présence is de helende balsem op
zonovergoten wijn smakende mijmeringen.
De kracht van één woord zit nog steeds in je,
eeuwige rebellerend, die de zwaarte van de
tijd verzacht als een bronwater dat sprankelend
weigert om zijn onuitwisbare smaak te verliezen.
Je t’ai toujours aimé