De lagune beeft op het timbre van je stem omdat woorden uit het verleden
uit de hemel vallen aan mijn blote voeten die beschutting zoeken in haai
zandkorrels, de contouren van je ogen bespieden me in een dierlijke
hartstocht omdat sommige dingen straal helder zijn op de vooravond
van een storm die de dode herinneringen zal wegspoelen uit onze harten
om herboren te worden in een atol van extase en de weemoed der tropen.
Terwijl je haren wedijveren met de palmen die mijn gezicht verademing
even en je stem je lettergrepen laten exploderen als dauwdruppels op
mijn met zonlicht gevulde poriën, jij bent er en er is rust in mijn ziel.
In de sensualiteit van je bewegingen weent de oceaan voor de verloren
tijd, jij die me leerde dat engelen nooit sterven, kijkt me aan met een
schroeiende blik die de permafrost rond mijn hart doet smelten, en in
de simpelheid van je aanwezigheid vertrouw ik op je omdat mijn ziel
behoefte heeft aan een rilling die door merg en been gaat van mijn
bestaan, je handen zijn mijn hoofdkussen zacht als engelenveren en het
licht in je ogen is het lokaas waar ik me gewillig wil in laten vangen.
De ademhaling van het land versmelt met de zuchten van de oceaan,
ik hoef vanaf nu mijn ogen niet meer te sluiten om weg te dromen.