Je ogen bespeelden me als ranke vingers op een piano klavier,
met woorden drukte je de toetsen in op het ritme van twee harten
in een onverwacht duet op de partituur van onze toevallige ontmoeting.
Je liet je aanspreken met een troetelnaampje die je schoonheid benadrukte
en liet zweven op de zwoelte van de melodie waarvan de componist
opzettelijk geen einde had voorzien, de klanken van de verhulde
gitaar liet onze zielen dansen op een vloer gebouwd van lang
verzamelde dromen en zuchten in het kaarslicht van de duistere nacht.
In de saffraan lucht zag ik de prikkeling van je lippen die uitdagend de
nacht streelden in de massa van volk maar alleen voor mij schenen te
plagen als de jalapeno die ongenadig de aanval zette op mijn smaakpapillen .
Het stof van het diepe zuiden zat nog in je haar als een nevelsluier die zich
blootgaf onder het kunstmatige licht die de schittering van je ogen tekort
deed in de spanning van de onuitgesproken en voorspelbare handelingen.
In de intonatie van je stem lag de gelofte van jarenlange verwachtingen
en je streelde me met je haar in mijn gezicht om mijn hart te wekken
op je schouders die plotseling een hoofdkussen werd waarop ik eindelijk
rust kon vinden op het ritme van een muziek die vanaf dan mijn kleding
werd en die jij alleen kon verwijderen met een simpel bevel van je ogen.
Vanaf die dagen hebben je het bloeden van mijn hart gestopt voor altijd.