De eerste maal dat mijn ogen jou gezicht verkende vroeg
ik mij niet alleen af wanneer ik je al had gezien maar ook
wanneer ik je ging terugzien, in een wereld waar de wolf
bang is van roodkapje hoorde ik je Vikingbloed stromen
door je aderen als een dreigende rivier die me naar de
draaikolk zou leiden van je ziel, waar ik net niet in zou
verdrinken en landen op de oevers van je goddelijke lichaam.
De eerste maal voelde ik me de laatste druïde, poortwachter
van de oneindigheid omdat ik telkens weer je naam graveerde
in de oude eik die de steunpilaar was van mijn hart en geest.
De wind was aan het zuchten in een bries van bedwelming en
mijn psychische strijdbijl kon ik eindelijk neerleggen aan je
voeten, omdat je de dochter van Freya was die naar me toekwam
om mijn hart te helen met honingbier terwijl ik juist een Walkure
had verwacht die me kwam halen uit het slagveld van mijn leven.
De eerste maal was je stem de bezegeling van de oude sagen
die sinds mijn jeugd de nerven waren van mijn eenzame ziel,
ja aanraking was het aftasten van de hemelsluizen die me een
ongekende rust gaven, het slagschip in mijn geest kon veilig de
haven binnenvaren omdat je aanwezigheid de loods was die me
door de zandbanken van mijn ziel kon maneuvreren tot aan de
steiger van mijn genetisch testament, een verhaal stopt nooit…
Afbeelding: rechtenvrij Pixabay.