Je besloot je zwartkleurige pupillen nog eenmaal te openen
in de zee van de eenzaamheid omdat mensen je tranen niet
meer zouden zien en je de eer aan jezelf kon houden omdat
je verdriet uitgeprocedeerd was en je eb en vloed niet meer
onder controle had, de dam die je rond je persoon zo zorgvuldig
had gebouwd met herinneringsbakstenen vertoonde nu scheuren
zoals de groeven en de rimpels in je gezicht, die de eretekens
waren uitgereikt door je karakter en verloochend door de massa.
Onder de dom waar enkel mooie mensen tellen snoof je nog
eventjes de warmte op van de eerste zomer zonnestralen, prikken
zoals miljoenen naaldjes die nog een poging ondernamen om je
te troosten in de grijsheid van je meest onderdrukte gedachten.
In een tweede natuur droom zag je nog rijkelijk in je verbeelding
een hoofdstuk van een verhaal die als een oud Romeinse mozaïek
pas jaren later de appreciatie zou krijgen wanneer het zand des
tijds eindelijk zou plaatsmaken voor misschien wel een kind
van de goden, in de faling van het afscheid nemen ligt spijt.
A.I. Afbeelding: Thalmaray.