In de floraliën velden die gesponnen werden door mijn hart
springt je beeltenis op in de euforie van de morgen.
Je porseleinen gezicht draagt tientallen namen in een sublimatie
van trots en uitdaging naar de oorsprong van alle verhalen,
legering van schoonheid en woordelijke gevatheid, die mij
prikkelt als het kleurenspectrum van de regenboog die danst
op de ademhaling van de rijzende zon van mijn verwachtingen.
In het satijnen web van vertwijfeling van mijn dagen, vraag ik
mij constant af of de vele gezichten geen Venetiaanse maskers
waren die je droeg om het ultieme geheim te verdoezelen
in een magisch surrealistische poging, om je kenbaar te maken
als de verloren helft van mijn getormenteerd zijn.
In de caleidoscoop van namen en beeltenissen, zie ik langzaam in
origamische finesse het afgewerkte beeld verschijnen op het
ervaringspalet in het canvas van mijn leven.
De identiteiten zijn de puzzelstukken der zuchten, de adem
van de liefde, illusionaire tranen die vallen als parels op
gezichten die mijn ogen leren zien met de waarheid
van de entiteit die zich verborgen hield achter ontelbare namen
en mooie gezichten en die de tijdsmomenten gevangen nam,
om ze als korrels te bevatten in mijn zandlopende herinneringen.