Geen vermoeden dat onder de zwarte cape twee ogen op de loer
lagen om mijn hart te bestormen en in te lijven in je leefwereld.
Woudgeluiden verplaatsen zich onzichtbaar naar het ritme van
je hartslag, ik las je gezicht als een manuscript van lang vervlogen
tijden, toen hoogpriesteressen draken konden temmen met hun
zeemzoete woorden en legers opvorderden met de belofte van
hun aanwezigheid terwijl anemonenvormige wolken de vleermuizen
van het kwaad tegenhielden in de zucht der zielen en de kus der
verdoemden om het ultieme verhaal te beleven in de schaduw van de
zandlopers en de inademingen van de eeuwige lotsgeliefden.
Geen vermoeden dat vanuit je wimpers je telkens weer blikken
lanceerden die zich verankerden in de wankele steigers waarin
mijn hart bleef kloppen in de dwaze illusie van ongenaakbaarheid.
Je lichaam was de tempel waarin ik kwam te bidden om je telkens
weer met het wisselen van de eeuwen terug te vinden op het
altaar van je schoonheid en de rust van je onstuimige ziel.
De eerste kus was als een zegelring die je behoedzaam rond
mijn vinger schoof om als tijdmeesters te reizen doorheen
werelden die nog het daglicht moesten zien en gevoelens die
ons verhaal zouden beschermen als acolieten der engelen.
Voor altijd!
Foto: Pixabay rechtenvrij.