Ongenaakbaar tast je mijn gevoel aan
als mist die door de vingers glipt.
Telkens ik een kind zie, heb ik de vage hoop,
dat wij eens de kust van de stille
kracht zullen bewonen.
In het zwarte van de avond ben ik de
erfgenaam van mijn jeugd,
statisch rust ik op ene traan van
verloren herinneringen en
beschermende onverschilligheid.
Ergens is elke seconde een inhalerende
hunker naar je terugkeer.
Op mijn hoede voor het lot zal ik
waarschijnlijk stilzwijgen of
misschien wel het pleit voeren
voor een kind dat nog moet geboren worden.
Prachtig !