In statische schoonheid verscheen je in de vervallen kapel terwijl de heilige kaarsen
als bij wonder ontvlamden om de gloed in je ogen heimelijk te versterken, terwijl
je haren eindelijk rusten op je naakte schouders na een galop die de eeuwigheid
bestreek en waar je duizenden harten had beroerd op de zilte oeverbanken van
je rode lippen die toen mij uitdagend inviteerden om de versmelten in een melange
van roes intoxicatie die dezelfde smaak had als het bloed dat stroomde in mijn aderen.
In de stilte riep je de geluiden aan van de nacht en begon je de duisternis te
kneden naar je wensen met de hemelse souplesse van je lichaam die me terug
op ontdekking beval naar de hoogste regionen der lusten van eden en de
ravijnen van de duistere kant waar ik eindelijk mijn innerlijke demonen kon
begraven in de vruchtbare grond van de menselijke idiotie, de hofnar werd
eindelijk door mijn koningin verbannen naar het verleden, heling lag op de troon.
In de genezing van de liefde en genezende aanraking waren het je woorden
die mij ziel zalfden op mijn hartweefsels die destijds werden weggeschrapt
door de mensen die mijn zuurstof deelden maar niet mijn duivelse pijn.
In het mysterie van je onverwacht weerzien wist ik niet waar we geen gingen
maar dit ticket op de rivier van geen weg terug kocht ik aan, onbevreesd en
met de glimlach die jij al snel legitimiteit gaf door mijn hart en mijn ziel te kussen.
Mijn zielskoningin, ik heb nooit opgehouden je lief te hebben…
Foto: Pixabay/rechtenvrij.