Ieder woord die je ooit tegen me zei verscheen als graffiti op
de muur van mijn geweten, elke zin zit nu nog tussen de accolades
van mijn vermoeid geheugen, ieder gesprek is nu een onafgewerkte
symfonie die weergalmt in het auditieve rijk van vraagtekens en
uitroeptekens, omdat geheugen een fossiel is van de meest
waardevolle momenten in een leven, de asterix die telt op
het grote spelbord van wilde kussen en zilte kristallen tranen.
Iedere blik die je me toewierp zit gegraveerd in de banken van
mijn brein, omdat we nooit echt hielden van stoptekens en de
komma de prelude was van smaakvolle ochtenden waarin
aanrakingen het ontbijt was voor de uitverkoren kinderen der goden.
Je ogen dissecteerden elke emotie verscholen in mijn poriën
omdat houden van een deling was van zielen en de som ervan
de uitkomst was waar iedere hartklopping voor bleef leven.
Iedere kus was de pleister die mijn lichaam deed tintelen tot
een mathematisch gevoel waarbij alles zin had in de vermenigvuldiging
van wensen en lusten die zichzelf vonden op het altaar van de
eeuwigheid, omdat houden van tijdloos en onsterfelijk is gevangen
in de momenten waar ziel energie het huwelijk voltrekt tussen
mensen die elkaar vonden en de ketens van onzekere levens
verankeren in de magische eed van houden van elkaar.